vrijdag 26 juli 2013

Finisterre

Finis terrae, het einde van de wereld.

Hoe onbeschrijflijk mooi is het om hier te staan. Aan de vuurtoren van Finisterre. Als dit niet één van de mooiste plaatsen is die ik al ooit gezien heb, weet ik het niet meer. Het is niet alleen het zicht, om te staan waar de aarde de zee induikt in schuimende golven, waar ver voor je de hemel de zee raakt. Het is tegelijk het besef, het gevoel te kunnen ervaren wat voor indruk dit gemaakt moet hebben op zoveel eeuwen van bezoekers die hetzelfde gezien hebben en zich niet anders konden voorstellen dan dat dit echt was waar het ophield, waar de aarde ten einde was.



En tenslotte is er je eigen gevoel dat je het nu echt wel allemaal gehad hebt. Na een maand altijd maar rechtdoor stappen, over berg en dal, over de meseta zonder einde, met altijd de schroeiende zon als begeleider.

Hier voel je, misschien meer dan in Santiago, de voldoening : verder kan niet meer. En dan kun je je voor de eerste keer sinds lang omdraaien, niet om te zien wat er allemaal achter je ligt, maar naar wat er komt. Wat het leven nog op je verdere weg legt, figuurlijk dan. Ook in hoogtes en laagtes, ook in lange vlakke etappes. Met onverwachte ontmoetingen en ontdekkingen op je pad.




En als ook dat eindigt, finis vitae, dan zal ik graag terugdenken aan deze plek, waar al het zichtbare en tastbare eindigt, maar er steeds een verre horizon blijft. Vol geheimen en onuitgesproken beloften.

Graag bedank ik iedereen die deze blog gevolgd heeft en zo een beetje meegelopen heeft. Dank voor de vele berichtjes en sms-jes die ik mocht ontvangen. Dank aan Kathleen, Femke en Toon voor het geduld dat ze opbrachten zodat ik deze tocht kon maken samen met die andere metgezel, die me op tijd en stond een duwtje in de rug gaf waar dat nodig was.


En tenslotte wil ik mijn grote dankbaarheid en waardering uitspreken voor de sponsors en degenen die alsnog besluiten het te worden. Het was bij momenten een hulp om te beseffen dat elke kilometer die ik erbij deed tenslotte ten bate zou zijn van kinderen die het goed kunnen gebruiken.

Ieder mag, naar beste godsvrucht en vermogen, zijn of haar duit in het zakje doen door overschrijving op onderstaande rekening op naam van KU Leuven met de aangegeven gestructureerde mededeling. Deze sponsering komt rechtstreeks ten goede aan het kinderthuiszorgteam van Gasthuisberg en/of de vrijwilligerswerking voor langduring zieke kinderen aldaar. Alle personen die een gift doen, zullen via de KU Leuven een dankbrief ontvangen met toelichting over de fiscale aftrekbaarheid (vanaf 40 euro) hiervan en wanneer dit attest te mogen verwachten.

KU LEUVEN
IBAN BE45 7340 1941 7789
BIC KREDBEBB

met vermelding  "+++400/0008/78594+++"


Hiermee sluit ik deze blog af en hoop u spoedig in levende lijve terug te zien!

Lectori salutem,
Feike









donderdag 25 juli 2013

Santiago Bis

Butafumeiro
Gisteren heb ik zomaar eventjes 3 eucharistievieringen bijgewoond : de eerste om 8 uur, de tweede, de pelgrimsmis, om 12u en tenslotte nog een keer om 18u. En pas de derde keer mocht ik dan de botafumeiro in volle actie aanschouwen. De priester waarschuwde nog : "dit is een toeristische attractie en heeft niets te maken met de beweegredenen van een ware pelgrim om hier aanwezig te zijn. Die gaan veel dieper dan dat". Daar was ik het dan toch mooi niet mee eens. Meer nog : ik heb twee keer meer dan een uur van tevoren zitten wachten om een goede plaats te hebben. Dus toen ze dan eindelijk het gevaarte in beweging zetten, heb ik ervan genoten. En het is ook echt wel de moeite : het ding slingert dwars door de zijbeuk aan een touw van 35 meter. Aan de andere kant van de katrol moeten 4 mannen het onder controle houden.


In de voormiddag heb ik dan nog even aangeschoven voor het ophalen van de Compostela en natuurlijk zie je daar en in de kathedraal, die bij elke gelegenheid afgeladen vol zat, een hoop mensen terug.
Crypte met graf van
Jacobus/Santiago
Daarmee kon je 's avonds in de gezellige wirwar van straatjes in de oude stad duiken. In de stad was het topdruk, met naast wandelaars ook een hoop toeristen en locals. Iedereen wilde het grootse vuurwerk zien dat vanaf de trappen van de kathedraal afgeschoten wordt. Er was bovendien een indrukwekkende hoop oproerpolitie op de been vanwege (volgens de krant) een mogelijke dreiging van een radicale afscheidingsbeweging. We hebben die wel zien demonstreren, maar meer ook niet.
Iedereen had een plaatsje gevonden in een restaurant, op een terrasje, aan een pleintje en het duurde nooit lange dan een kwartiertje of je zag weer ergens een bekende. Alsof je hier geboren was.


Hoe moet ik de langzaam doorsijpelende onrust, gevolgd door ontzetting beschrijven toen het om een uur of half 11 begon te gonzen van geruchten ? Er zou iets gebeurd zijn, een ongeluk. En een half uur later had iedereen zich wel tot bij een politie-agent gewerkt om informatie te krijgen. Vuurwerk en feestelijkheden afgelast, zowel die avond als vandaag. En dan begint 50,000 man zich door die steegjes plots allemaal tegelijk naar huis te begeven in een vreemde, ingetogen stilte. Sommigen met tranen in de ogen of volop huilend. En dat begreep ik best, toen de omvang van de treinramp duidelijk begon te worden.
Dus een einde in mineur hier voor een stad die zich opgemaakt had voor drie dagen festiviteiten. In een stille stroom mensen die zich langzaam verspreidde, ben ik het uur nog naar huis gestapt tot aan mijn slaapplaats.


Vandaag trek ik weer naar de stad om enkele gebouwen te bezoeken en het stedelijk museum.
En morgen vertrek ik naar Finisterre, om alsnog de oceaan te zien. Daar stopte alles vóór men begon te beseffen dat de aarde dan toch rond was en vóór de ontdekking van andere continenten. En ook voor mij stopt het daar.



Het was een bijzondere belevenis, de hele camino. Veel mensen leren kennen, veel mensen zien komen en gaan (over Tony de Ier hoorde ik vandaag dat hij dan toch is moeten stoppen in Burgos. Michael, de Canadees, kwam me gisteren plots achterna gelopen in een steegje - ook al twee weken niet meer gezien) en het merkwaardige is dat niemand telefoon of e-mailadressen uitwisselt. Het zijn mensen die je onderweg ontmoet, door het toeval geleid, en die je verder nooit meer zult terugzien. En dat hoeft ook niet. Alle rollen beginnen en eindigen op die camino, iedereen is figurant, even maar, in de kortfilm die deze tocht voor iedereen is.

Vandaag ga ik Santiago de Compostela verder bekijken. Niet de typische kitscherige souvenirwinkeltjes, maar de prachtige, fiere stad die hier ontstaan is vanaf de 9e eeuw, toen het graf van de apostel ontdekt werd. In de loop der eeuwen werd daarop eerst een kapel, dan een kerk en tenslotte de kathedraal gebouwd. Die is in niets te vergelijken met die van Burgos, waar ik zo aangedaan was bij het zien van zoveel pracht en schoonheid in een chaotisch gebouw. De kathedraal van Compostela is rechttoe-rechtaan, heel mooi, maar een beetje verkleurd langs buiten, met roestbruine aanslag op de stenen en er groeit zelfs gras op. En dat stoort hier ook niet, dat mag zelfs. Na een maand onderweg te zijn om dit te zien, is het prima dat de kathedraal een verweerde indruk maakt. Zo voelt de toeschouwer zich immers ook.


Vóór de kathedraal ligt, groots, de Praza do Obradoiro, het centrale plein. En daar geven langs de drie andere zijden het Hospital de los Reyes Católicos (vandaag een luxe parador en het oudste hotel ter wereld), het Pazo de Raxoi, raadhuis een parlement van de regioregering, en tenslotte het Colegio de San Jerónimo op uit. Hoewel de stad natuurlijk gegroeid is over vele eeuwen, vloeit alles toch in elkaar over, de vele monumentale gebouwen en de kleine huisjes in de steegjes, alsof het door één beeldhouwer in één keer gerealiseerd is. Harmonieus.
En in die harmonie ga ik me vandaag verder verdiepen.

Morgen volgt het slotbericht op de blog.







woensdag 24 juli 2013

Santiago de Compostela

                                                             Het is volbracht !




dinsdag 23 juli 2013

Labacolla

Dat de ene dag de andere niet is, wist ik al. Ik verwachtte vandaag wat ongemakken, maar de kilometers vlogen integendeel voorbij.
Het landschap in de ochtendnevel
De hele wandeling was een bloemlezing van de camino, alsof je elk onderdeel nog een keer voorgeschoteld kreeg, maar dan verkort en gemengd. Om te beginnen was het vandaag prachtig weer, net zoals alle dagen sinds mijn vertrek, behalve gisteren en eergisteren. Ik ben vertrokken bij het licht van de volle maan, heb tot een uur of acht de lage nevels over de velden zien hangen en vanaf half 9 kwam de zon erdoor. Op dit laatste volle traject ging het weer flink bergop en bergaf, maar nergens overdreven. En vooral : zowel het bos als de velden spreiden alles tentoon wat je de voorbije weken hebt kunnen zien. Op de velden zowel wijngaarden als maïs, graan, boomgaarden vol kersen, ... In de bossen weer alle mogelijke begroeiing, van varens tot palmbomen.



Eucalyptusbomen
De Xunta (deelregering) van Galicië heeft kosten nog moeite gespaard om de camino zo aangenaam mogelijk te maken voor de wandelaars, niettegenstaande je wel voelt dat de regiohoofdstad nadert (geregeld kruis je grote verbindingswegen, je loopt de luchthaven voorbij, ...). Maar anders dan bij grote steden als Burgos of León, kun je hier dankzij al die investeringen echt nog heel rustig en aangenaam wandelen tot je Santiago bijna bereikt hebt.

Heel bewust heb ik ervan genoten om de mijlpaaltjes voorbij te gaan en daarmee de restafstand te verkleinen. Op den duur zou je gaan slenteren, om alles nog eens goed in je op te nemen. Zoveel beelden en momenten komen in je herinnering en ik heb deze 30 kilometer heel bewust gestapt. Bewust van het voorrecht dat ik dit heb mogen en kunnen doen en blij dat ik de hele ervaring, want dat is het toch wel, met zo een mooie wandeling heb kunnen afsluiten. Bijna uitgewuifd door het landschap.



Onderweg, nauwelijks 15 kilometer vóór Santiago staat een gedenksteen voor een Duitse pelgrim die op die plaats overleed enkele jaren geleden. Ik heb wel 20 of 30 van die monumentjes gezien onderweg, maar die Duitser had wel echt pech om te stranden in het zicht van de haven. Zelf zal ik dus het vel van de beer nog maar niet verkopen, want ik moet morgen nog een goeie 10 kilometer afleggen voor ik in Santiago ben.
Tunnel tussen de bladeren
Vandaag slaap ik in Labacolla. Door dat dorpje loopt een riviertje met dezelfde Galicische naam, maar dat eigenlijk Lavacolla heette. In vroeger tijden wasten de pelgrims hier immers hun kleren, zodat ze Santiago iet of wat gefatsoeneerd konden binnentrekken. Het mag duidelijk zijn dat die mensen een uur tegen de wind in gestonken moeten hebben in die tijd. Het is zelfs zo dat de botafumeiro, het gigantische wierookvat dat in de Kathedraal van Santiago over en weer geslingerd wordt, vooral om die reden gebruikt werd : de stank van de pelgrims wat neutraliseren.



Monte de Gozo
 laatste hindernis voor Santiago
Tegenwoordig wordt de botafumeiro alleen nog op hoogdagen gebruikt. En laat nu net morgen zo'n hoogdag zijn !! Als ik goed vroeg vertrek, kan ik de mis van 7.30u bijwonen en dat wierookvat van meer dan 60 kilo zien zwaaien. Daarna moet ik dan mijn Compostela gaan halen, de laatste stempel en het getuigschrift, en dan kan ik om 12 u nog eens naar de pelgrimsmis. Er zijn hier meer dagelijkse vertoningen dan je je kunt voorstellen. En ze zitten allemaal vol !

Op de Spaanse televisie tonen ze al de hele middag beelden van de massa die zich verzamelt in de stad (24 juli is de heiligendag van Jacobus en een officiële feestdag). Wat een mierenhoop !

Het enige wat de pret kan deren is dat ik nog met mijn rugzak zit en dat ik 's avonds de stad terug uit moet om te gaan slapen. Maar dat zijn zorgen voor morgen.





maandag 22 juli 2013

Arzúa

Mistig Galicië .. net de Ardennen
Omdat het gisteren de hele voormiddag erg druk was, ben ik vanmorgen in alle vroegte vertrokken. Om half zes was ik de deur uit, half op de tast, want de camino dook meteen de bossen in. Het was een beetje fris en mistig, enkele keren was ik niet zeker welke richting in te slaan omdat ik de pijlen niet vond. Gelukkig kwam er achter me plots een lichtje aan dansen en daar was een Koreaanse dame aan vastgemaakt die ik al van het prille begin ken. Dankbaar dat ik mee kon profiteren van haar zaklamp ben ik bij haar blijven stappen tot een uur of zeven, toen het licht werd. En al die tijd heb ik niet bekend dat ik gewoon te lui was om mijn eigen lamp te gebruiken, die ergens diep in mijn rugzak zat.




Dennen, loofbomen en palmbonen!
Peperkoeken huisje
Het was in ieder geval een goede beslissing om vroeg te vertrekken. Heerlijk rustig en fijn om door de ochtendnevels te wandelen, letterlijk door bos en hei. Qua landschap doet het me erg aan de Ardennen denken : een beetje glooiend, veel beekjes en riviertjes, gemengd loof- en dennenbos, tussendoor onderbroken door weides met koeien die klagerig loeien. Tijd om gemolken te worden waarschijnlijk. Op sommige stukken staan veel Eucalyptusbomen. Die voegen iets extra's toe aan het aroma van vochtige bosgrond en dennen dat je zo lekker kunt opsnuiven 's morgens.




Als er geen plaats meer is...
Zo ben ik goed opgeschoten en dat moest ook wel : omdat ik slaapplaats gereserveerd heb, ook voor de volgende dagen, ben ik nu verplicht om de afstanden te lopen die ik eergisteren ingeschat had toen ik de boekingen deed (en in een overmoedige bui was). Vandaag en morgen is dat telkens 30 kilometer en daarna nog een luttele 10 kilometer tot Santiago, zodat ik de stad 's morgens vroeg kan binnenkomen. Nog een dikke 40 te gaan nu ...
Aan de prijzen van de private herbergen en hotels zie je dat die laatste 100 kilometer 'big business' zijn, zeker rond de heiligendagen van Santiago. Dat neemt niet weg dat alles volgeboekt is, tot en met plaatsen op de gang, met matrassen op de grond. Wie niet op tijd iets gevonden heeft of vooraf geboekt heeft, loopt het risico van buiten te moeten slapen of bij boeren aan te bellen.



Aanschuiven voor inktvis
In Arzúa, waar ik nu in een pension zit dat nog een héél eind te gaan heeft voor het in de Guide Michelin komt, zou helemaal niets te zien zijn, ware het niet dat er vandaag markt was. En toevallig is dit de regio van de Poulpo, een lokale specialiteit van octopus in eigen inkt-saus, en anderzijds de lokale queixo. Queixo is wat in het officiële Castiliaans "queso" heet. Kaas dus. Maar waag het niet om de streektaal als dialect af te doen, of je eindigt mee in de Poulpo en daar kijkt niemand vreemd van op als er enkele stukken tussen de tentakels dobberen die je niet meteen kunt thuisbrengen.
Het rook heerlijk op de markt, waar ook ribben en chorizo's gegrild worden, en de mensen naast grote vuurkorven aan lange tafels plaatsnemen en om het hardst door elkaar roepen en lachen. Mooi om te zien en een gezellig sfeertje.





zaterdag 20 juli 2013

Portomarín

Tegen alle verwachtingen in ben ik vandaag erg goed opgeschoten. Net geen 35 kilometer dichter bij het einddoel gekomen, daarbij geholpen door een dik wolkendek dat de zon tot een uur of 12 tegenhield, zodat de temperatuur beter meeviel dan normaal.

99.5km te gaan
Daarbij ben ik voorbij het fameuze 'honderd kilometerpunt' gekomen. Het wordt gemarkeerd door een grote mijlpaal, die volledig beklad is en waar dus verder niks over te zeggen valt, behalve dan dat hij het punt nog aangeeft waarop je nog 100 kilometer moet stappen. Het lijkt peanuts nu. 
Ik heb wél een foto genomen van het veel kleinere mijlpaaltje waarop 99,5 staat. Dat was ongeschonden en vind ik bovendien een veel belangrijker paaltje, omdat het het eerste is waar je nog maar 2 cijfers hoeft te gebruiken om de restafstand te beschrijven. Als ik de decimalen even buiten beschouwing laat. 

En wat een kermis is het aan het worden ! Omdat je ook een soort minimumgetuigschrift krijgt als je 100 kilometer te voet gedaan hebt, is het hier plots een drukte van jewelste. Families met kinderen, kleuters zelfs, schoolklassen, Amerikanen die met bussen afgezet worden in Sarria (vlak voor de bewuste steen), vanwaar ze met hun bleke dikke beentjes en rieten toeristenhoedjes met héél veel lawaai verder gaan. Ik heb zelfs Mickey Mouse rugzakjes gezien ! En pubers met een stereo-installatie. En maar kwetteren onderweg allemaal ...

Ieder zijn meug natuurlijk, maar wat een contrast met gisteren. En wat nog het ergste is : er is nergens  nog slaapplaats ! Ik heb 4 albergues afgelopen, alles volzet. Uiteindelijk heb ik een hotelkamer moeten nemen, wat me op zich wel eens meevalt na meer dan 3 weken kostschool en slaapzalen. 
À la guerre comme à la guerre, dus ik heb voor de volgende dagen mijn logies gereserveerd. Op aanraden van de barman hier, die al héél veel mensen heeft zien voorbijkomen, op zijn gegroefde gelaat afgaand. 



Het begint te korten nu en dat mag. Er waren vandaag nog mooie stukken, maar hoe meer je je tussen de ruggen door moet wringen, hoe minder me dat zint.

Eerste keer bewolkt sinds 25 juni
Vandaag dus in Portomarín, het laatste mini-stadje vóór Santiago. Portomarín was eigenlijk een klein dorpje, maar is in de jaren 60 ontruimd en onder water gezet voor de aanleg van een stuwmeer. Naar het schijnt kun je bij laag water de oude huizen nog zien, maar dat lijkt me een indianenverhaal : laag water bij een stuwdam ? 






Versterkte kerk van Portomarin
Alleen de vroegere kerk is steen voor steen gedemonteerd en weer in elkaar gezet in het nieuwe dorp. Dat is bijgevolg vrij modern en kijkt mooi uit over het meer. Net zoals ikzelf trouwens, vanaf het terras van mijn hotelkamer. Wat een luxe om nog eens privacy te hebben, en een echt bed met lakens 
! En, stel je voor, ik krijg morgenvroeg ontbijt !!! Ik mag opstaan wanneer ik wil, ik moet vanavond zelfs niet in bed om 22u en ik maak me sterk dat er geen zusters patrouilleren op de gang.


Morgen is het de 21e. Er komt dan geen bericht op de blog, uit stil respect voor degene die sinds 24 juni mijn tocht en avonturen op de voet mee volgt. Stille wandelpartners waardeer ik het meest.